Fasciata
Met de Egyptische bij hebben we met
een ras van doen dat van een unieke uniformiteit en uitmuntendheid is. Ze heeft
zich sinds onheuglijke tijden beperkt tot het Nijldal en de Nijldelta en was
volkomen afgesloten van de buitenwereld. Daardoor waren de voorwaarden tot een
unieke uniformiteit aanwezig. De Fasciata is een leuke en snoeperige bij. Het
helle oranje van haar chitinepantser, gekoppeld aan haar bijna witte haren, die
de indruk wekken alsof deze bij bepoederd zou zijn, verleent haar een bijzondere
bekoring. De oranjeachtige kleur reikt tot aan het vierde rugsegment. De
buiksegmenten zijn bijna geel, met uitzondering van de beide laatste, die
donker zijn. De thorax (het borststuk) is pekzwart, net als de donkere delen
van de rugsegmenten.
Het scutellum (het rugschild) van
de werksterbijen is hel oranje gekleurd en bij de moeren en de darren zwart.
Het achterlijf van de moeren is glanzend oranje gekleurd, met een smalle
scherpe halvemaanvormige rand op ieder segment, het typische kenmerk van alle
Oriëntaalse rassen.
De zuivere Fasciata is maar matig
vruchtbaar en is niet bijzonder zwermlustig, maar is daarentegen zeer agressief
ingesteld. De Fasciata vormt geen wintertros. Wanneer een volk in zwermstemming
is, wordt er een groot aantal moerdoppen aangezet, gewoonlijk niet apart maar
in trossen of kluiten, en dan ook midden op de raten met verzegeld broed - een
bijzonderheid die ik bij geen enkel ander ras kon constateren. De moerdoppen
zijn klein en bijna glad van buiten. De verzegeling van de honing is extreem
donker, veel donkerder dan bij ieder ander ras. De Fasciata bezit voor de teelt
een beslissende eigenschap: ze is het enige Mellificaras dat geen propolis
gebruikt, een bijzonderheid die ze deelt met de Indische bijensoorten. Andere waardevolle
eigenschappen zijn een hoog ontwikkelde verdedigingsdrift en
aanvliegbetrouwbaarheid.
Economisch
bezien is de Fasciata zonder noemenswaardige betekenis, maar is daarentegen van
onschatbare waarde voor de teelt, hetgeen door de verkregen ervaringen met
Fasciata-Buckfast-kruisingen volledig bevestigd wordt.
De F1-kruisingen bleken steeklustig
te zijn, wat we ook verwachtten, maar de daarop volgende generaties waren zeer
vruchtbaar en zachtaardig en ongewoon rustig in het gedrag. Moeren die voortkomen
uit een dergelijke kruising leggen bij voorbeeld vaak gedurende een controle
zonder onderbreking door. Ons is geen nateelt van een kruising of zuiver ras
bekend dat wat dit betreft zich even rustig gedraagt. Fasciata-kruisingen
hebben echter een nadeel dat hoofdzakelijk bij de F1 optreedt, namelijk een
ontbrekende kouderesistentie bij lage temperaturen. Deze zwakte laat zich
echter stapsgewijs uitroeien. Daartegenover hebben we in de Fasciata de enige
honingbij die, zoals al is gezegd, geen propolis verzamelt een eigenschap die
we zeer hoog waarderen. Het verzamelen van propolis wordt echter door een
aantal dominante factoren opgeroepen en daarom is de eigenschap van de Fasciata
om geen propolis te gebruiken in een nieuwe combinatie moeilijk te isoleren.