Teeltmoeren:
Uit de serie KI van 2001 hebben we een tweetal moeren uitgezocht voor verdere teelt doeleinden.
CH0160 = 2001_TGZ9802*CH9953: 1998_TGZ9749*TGZ9600: 1997_TGZ9627*TGZ9500
1996_TGZ9501*PJ160: 1995_PJ281*PJ182: etc. Paul Jungels
CH0162 = idem.
Uit de serie van 2001 die op Marken zijn bevrucht, zijn drie stuks interessant om verder mee te telen en uitvoeriger te testen.
TG0191 = 2001_TGZ9802*TW9732: 1998_TGZ9749*TGZ9600: 1997_TGZ9627*TGZ9500
1996_TGZ9501*PJ160: 1995_PJ281*PJ182: etc. Paul Jungels
TG0195 = idem
TG0197 = idem
Van de volgende moeren hebben we er dit jaar diverse van nageteeld.
CH0019 = 2000_TGZ9802*TGZ9752: 1998_TGZ9749*TGZ9600: 1997_TGZ9627*TGZ9500:
1996_TGZ9501*PJ160: 1995_PJ281*PJ182: etc. Paul Jungels
CH0009 = 2000_CH9752*CH9503: 1997_TGZ9602*BP94: 1996_TGZ9501*TGZ9500:
1995_PJ281*PJ182 etc. Paul Jungels (in pedigree 2001 was er een fout geslopen)
CH0001 = 2000_TGZ9813*CH9503: 1998_TGZ9628*TGZ9500: 1996_TGZ9503*PJ160:
1995_PJ281*PJ182 etc. Paul Jungels
Helaas zijn de teeltmoeren CH0009 en CH0019 verongelukt met het omlarven in de late uurtjes.
Kunstmatige inseminatie (KI)
Darren van dochters:
CH9958 = 1999_CH9752*TGZ9749: 1997_TGZ9602*BP94: 1996_TGZ9501*TGZ9500
X TGZ9958: TGZ0019, TGZ0009, TGZ0001, JP0198
Bevruchting op Marken;
ST99338 = 1999_ ST99338*KB95008: 1996_ST202*KB141: 1994_ST222*KB392 etc. Marken
X ST99338: TG0019
GB99431 = 1999_GB97346*GB9514: 1997_GB95311*KD9527: 1995_GB370*GC298 etc. Marken
X GB99431: Pure ORDU, TG0011, TG0215
Teeltbeoordeling:
CH0019(KI) 2000 5 5 5 nvt 4
2001 5 5 5 nvt 4
CH0009(KI) 2001 5 5 5 nvt 4
2002 5 5 5 nvt 4
CH0001(KI) 2001 5 5 4 nvt 4
2002 5 5 4 nvt 4
CH9958(F1) 2000 4 4 4 4 4
2001 4 5 4 5 4
2002 4 5 4 5 4
Het jaar 2002 was wederom een uitstekend jaar. Alle volken zijn in goede conditie de winter uitgekomen. Zo ook de moeren die in 2001 zijn bevrucht op Marken, deze zijn in september 2001 in de dadant kasten ingevoerd. Met de bevruchting van de jonge moeren was het vooral in de eerste ronde slecht gesteld. Haalde we vorig jaar nog 50% dit jaar was het nog geen 30%. Hierdoor zijn er een aantal vroege bestellingen in het honderd gelopen. Wat de oorzaak is weten we nog niet precies. Het vermoeden is de manier waarop de eerste doppen worden opgetrokken. Doordat een moergoed volk in het vroege voorjaar bijna geen doppen optrekt wordt het volgende gedaan. Er wordt een sterke dadant kast uitgezocht, hieruit zoeken we de moer en deze wordt met een raam broed en bijen in een ander kast gehangen. Daarna worden alle ramen afgeslagen in een zesramer. De ramen met broed worden bovenop een andere kast gezet. Ook de honingkamer wordt afgenomen. De afgeslagen kast wordt verder met voerramen aangevuld. Na één uur worden de larven er in gehangen. Deze larven worden in dit overvolle kastje zeer goed opgetrokken. Na vijf dagen als de doppen gesloten zijn wordt de hele kast weer in zijn normale toestand terug gebracht. De gesloten doppen worden opgekluisd en midden in het broednest gehangen. Het is gebleken dat tegen de tijd dat de doppen worden gesloten ook de varroamijten deze doppen opzoeken daar er geen ander broed aanwezig is. Door deze verzwakking komen veel moeren niet meer terug van de bruidsvlucht. De series die later in moer goede volken werden opgetrokken hadden deze problemen niet.
Met de honing opbrengst was het juist andersom dan vorig jaar. Half juni waren de honingkamers allen gevuld waardoor er al snel wat ruimte gemaakt moest worden. Maar uiteindelijk blijkt dat er toch net zoveel honing geslingerd is als in 2001.
Dit jaar zijn er ook moeren van ander licentiehouders opgenomen in onze test procedure. Met name een lijn van Joost Peschier JP0198. Welk bestand moet zijn tegen de varroamijten. De moeren zijn zowel stand- als KI bevrucht. De andere is een nieuwe Anatolica van teeltgroep Marken. De eerste serie hiervan is op Marken bevrucht.
Gezien het mooie weer hebben we de volken niet de laatste week van juli van de honingkamers ontdaan maar pas na de vakantie eind augustus. Dit bleek achteraf geen goede zet, de volken waren behoorlijk achteruit gegaan er was bijna geen broed meer aanwezig. Tevens waren de honingvolken zwaar besmet met varroa. Hoe dit in zo’n korte tijd mogelijk was weten we niet omdat er vorig jaar bijna geen mijten aanwezig waren. Bij de behandeling met Apistan bleek dat er na enkele dagen al zeker 1000 mijten op de varoabodem lagen. De pintest had een gemiddelde van 83%. Het blijkt dus dat we nog een lange weg te gaan hebben voordat we volken hebben die varroa bestending zijn.
Darrenlijn: CH9958
Teeltmoer: CH0001
Teeltmoer: CH0009
Teeltmoer: CH0019