Pedigree

In de kop staan de pedigrees van TG2000, hieruit is te herleiden wat de oorsprong is van het bijenras. Deze kan men oproepen door op het jaartal te klikken.

Uitleg nummering van de koninginnen.
Broeder Adam gebruikte zijn kastnummers voor de nummering van de koninginnen met als voorzetsel een B van Buckfast b.v. B217.
Bij een Anatolische ras een A. enz.

In de pedigree 1990 van Broeder Adam is de onderstaande teelt te volgen:
B217 = .88 –B123 x B137 deze is gekruist met darren van de dochters uit A322.

De koningin B217 zit in kast 217 de moer stamt af van de in 1988 geteelde lijn bestaande uit de larf van de koningin B123 die gekruist is met darren van de dochters uit de koningin B137. Als van deze moer wordt omgelarfd voor verdere teeltdoeleinde zullen de nakomelingen de volgende stamboom hebben B(kastnum.…) =.90- B217 x A322.

Koninginnetelers van de Buckfast Belangen Vereniging hebben de volgende afspraken gemaakt over de nummering van hun teeltproducten:


Koninginnetelers gebruiken als voorzetsels in de nummering hun initialen

b.v. CH

  • Als tweede wordt het jaartal gebruikt b.v. het jaar 1999 het nummer 99.
  • Als laatste wordt het nummer vermeld van de kast waarin de koningin zit of een opvolgend nummer.

Teeltgroep 2000 gebruikt als laatste nummer een volgnummer van de teelt b.v. de eerst moer nummer 1 en de tweede moer nummer 2, enz.

Het grote voordeel is dat elke koningin een uniek nummer heeft.

b.v. CH9753 = Teler Cees Haans teeltjaar is 1997 een moernummer 53 van dat jaar.

Tevens is de afspraak om niet alleen de gegevens van de koninginnelijn te vermelden maar ook de hele stamboom dus ook die van de darrenlijn.

b.v. die van CH9753

Tevens wordt er op de pedigrees de waarderingspunten van de selectie vermeld.

B.v CH9753    1998     5     4     4,8     5     4

INTERNATIONALE KWALITEITSNORMEN VOOR DE TE TESTEN EIGENSCHAPPEN.

1. Eigenschap zwermneiging

Waardering:

5 : Nooit belegde doppen.
4 : Doppen met eitjes. Niet ingegrepen geen zwerm.
3 : Doppen met eitjes. Eén ingreep. Gedaan om zwermen te voorkomen. Geen zwerm.
2 : Doppen met larven. Eén of meerdere zwerenverhinderende maatregelen geen zwermen.
1 : zwermen.

2. Eigenschap zachtaardigheid

Waardering:

5 : Geen steken. Kan zonder rook worden behandeld.
4 : Geen steken met gebruik van rook.
3 : 1-3 steken zonder aanleiding van de kant van de imker.
2 : 4-10 steken zonder aanleiding van de kant van de imker.
1 : Agressief. Steeklustig.

3. Eigenschap raatzit

Waardering:

5 : Erg kalm. Bijen lopen gewoon over de ramen zelfs wanneer ze geprovoceerd worden. Bijen zijn gemakkelijk van de raat af te schudden. Bijen vliegen niet op.
4 : Kalm. Bijen zijn óf een beetje onrustig (vliegen niet op, alleen maar bij het afslaan), óf ze zijn moeilijk af te slaan (raatzit is te goed).
3 : Bijen zijn nerveus. lopen onrustig over de raten heen. Een paar bijen zijn in de lucht zonder te worden geprovoceerd.
2 : Bijen zijn onrustig. Bijen lopen van de raat af. Veel bijen in de Lucht zonder geprovoceerd te zijn.
1 : Bijen erg onrustig. Heel veel bijen in de lucht.

4. Eigenschap honingopbrengst

Waardering:

5 : Meer dan 50% boven het gemiddelde in de bijenstand.
4 : 10 – 50% boven het gemiddelde van de bijenstand.
3 : Tot 10% boven of onder het gemiddelde van de bijenstand.
2 : 10 – 50% onder het gemiddelde van de bijenstand.
1 : Meer dan 50% onder het gemiddelde.

Om te vergelijken: De opbrengst in kg moet worden vergeleken met de gemiddelde opbrengst
van de bijenstand. Het aantal kasten eveneens.

5. Eigenschap hygiënisch gedrag. (Door de licentienemers van de BBV toegevoegde kwaliteitsnorm)

Waardering:

5 : 100% verwijdert in 24 uur
4 : 80% verwijdert in 24 uur
3 : 60% verwijdert in 24 uur
2 : 40% verwijdert in 24 uur
1 : 20% of minder verwijdert in 24 uur