In 2018 hebben we laven gehaald bij Pierre de Koning van onderstaande lijn:
B137(MKN) =.16-B26(TR) mrk B59(MKN):. 13- B77(TR) bal B47(MKK):. 12-B7(TR) bal B72(TR):.09- B155(TR) bal B78(TR): etc.
Van deze moeren zijn er in dat zelfde jaar 12 bevrucht op Marken met darrenlijn B100( PJ)
Deze moeren bleven wat honing opbrengst achter ten opzichte van de onze overige lijnen.
Wel hadden ze de bij bestrijding van varroa minder mijten dan de rest. In 2020 viel een volk op voor wat mijten betreft. Op de onderlegger waren veel witte stukjes van poppen te zien. Bij bemonsteren op varroa van een beker bijen met poedersuiker methode bleek dat er maar twee mijten op de bijen zaten.
In 2021 is van dit volk omgelarfd en de moeren (20 Stuks) op Marken bevrucht met A36(MKN).
19 van de moeren zijn dat zelfde jaar op Dadant kasten ingevoerd. In 2022 viel de honing opbrengst van 9 kasten tegen, 5 van deze volken kwamen niet verder dan 6 ramen bijen en de opbrengst was zero.
1 volk viel wel op, bezette 10 ramen en bracht ook 35 kg honing op.
Op de varroa bodem lagen ook diverse stukjes witten poppen. Van dit volk is ook nageteeld voor F1 en ook voor KI. Als darrenlijn is de moederlijn van de moer gebruikt om het VSH versterken. Vier moeren zijn geïnsemineerd met B137x B100 lijn.
De KI moeren deden het boven verwachting bijzonder goed en belegde het kielerkastje snel vol. De vier moeren zijn na 4 weken overgebracht naar een spaarkast op ongeveer 1 1/2 raam bijen die waren overgebleven nadat het broed met bijen was afgenomen.
Elke kast had 3 volle honing ramen en 3 kunstraat meegekregen.
De vier Kieler kastjes hebben zelf een mooi dop aangezet en waren alle 4 ook bevrucht. In begin september bleek dat de vier KI moeren zicht goed hadden ontwikkeld en dat er 6 ramen goed bezet waren. De bedoeling was om deze te verenigen met andere volken maar vanwege de goede ontwikkeling is dit niet uitgevoerd en zijn ze op eigen bijen ingewinterd
De 4 kieler kastjes met de F1 van deze KI moeren waren goed verder ontwikkeld en ook bijzonder zachtaardig.
Op 20 Oktober is het broed uit deze 4 kieler kastjes verwijderd en gecontroleerd op varroa mijten. In 4 kastjes waren alle cellen gesloten.
Per kastjes zaten tussen de 108 en 123 cellen met broed. Alle cellen zijn geopend en de pop verwijderd. In drie kastjes zaten poppen met paarse ogen tot en met volgroeide bijen. In een kastje zaten ook nog strekmaden . Bij de controle in twee kastjes was geen enkel mijt in de geopende broedcellen.
In een kastje was een cel besmet met een mijt maar deze had geen nakomelingen de bij in de cel was bijna volgroeid.
In het vierde kastje waren drie cellen besmet met één mijt deze zaten op een streklarve op de overige cellen was geen enkele mijt gevonden.
Het blijkt dus dat de terugkruising een hoge mate van VSH heeft opgeleverd.
Alle hoofdvolk en ook omlarfmoer van deze KI moeren is behandeld met mierenzuur in de eerste week van augustus, er vielen maar weinig mijten ten opzichte van overige kasten, wegens tijdgebrek zijn de mijten niet geteld maar ingedeeld op weinig- normaal- of veel mijten.
In eind oktober is gestart om elke dag de natuurlijke mijtenval te tellen.
Bij de omlarf moer, er viel 1 mijt per 3 dagen.
In december, met de vorst, oxaalzuur gedruppeld en toen vielen er 59 mijten.
Pedigree van deze omlarf moer:
B84=.21 – B52(TG) mrk A36(MKN): .18 – B137(MKN) mrk B100(PJ): .16-B26(TR) mrk B59(MKN): . 13- B77(TR) bal B47(MKK): . 12-B7(TR) bal B72(TR): .09- B155(TR) bal B78(TR): etc.
Pedigree van darrenlijn:
B52(TG)= .18 – B137(MKN) mrk B100(PJ): .16-B26(TR) mrk B59(MKN): . 13- B77(TR) bal B47(MKK): . 12-B7(TR) bal B72(TR): .09- B155(TR) bal B78(TR): etc.
De vier kieler kastjes met F1 moer zijn per twee verenigd en overgehangen op 5 half raams Dadant.
De 5 raampjes hadden voldoende honing om het volkje de winter door te laten komen. In de zomer van 2023 worden deze nogmaals gecontroleerd hoeveel mijten er in het broed zitten.